Wie ontdekt hoe rijk het is dat God naar ons omziet, die wil ook zelf naar anderen omzien. Daarbij maakt het geen verschil of die anderen ook christen zijn of niet. De gemeente is daarbij als een oefenplaats om dit omzien naar elkaar te verdiepen. Een betekenisvol woord voor dit omzien is pastoraat (pastor betekent herder). Het wil zoveel zeggen als oog hebben voor elkaar, meeleven, zeker wanneer iemand door intense tijden en veeleisende omstandigheden gaat. Wie zich gezien weet, durft ook eerder te delen.
De pastores, ouderlingen en pastoraal medewerkers hebben eigen taken en verantwoordelijkheden, waarbij de vertrouwelijkheid een belangrijke rol speelt. Zij vullen elkaar aan en werken samen waar dat mogelijk is. Vaak ook in verbinding met gemeenteleden. Pastoraat is immers niet een taak die anderen zouden moeten uitvoeren, maar een opdracht en een geschenk voor ons allemaal. Belangrijk is dan ook dat je, bijvoorbeeld aan je predikant of pastor, laat weten dat er iets in je leven gaande is, waarbij meeleven je tot steun kan zijn.