zondag 11 augustus 2024

Ds JW Schellingerhout

Datum: 
 zondag 11 augustus 2024
Tijdstip: 
 10:00 uur
Locatie: 
 Petruskapel

Bij de dienst van 11 augustus in de Petruskapel

In deze dienst luisteren we naar het verhaal uit 2 Kon. 4: 8-37, over de Sunamitische vrouw. Een verhaal over een jongen die dood was en tot leven gewekt wordt. Het is nu de profeet Elisa waardoor God tot mensen spreekt en zijn werken doet, want Elia is opgenomen in de hemel. Maar veel verhalen lijken als het ware opnieuw tot leven te komen. In veel opzichten doet dit verhaal denken aan dat van de weduwe van Sarfath, maar er zijn ook heel veel kenmerkende verschillen. Deze vrouw woont in Sunem, en dat ligt in noordelijk Israël, zo'n 50 km. ten zuidwesten van het meer van Galilea. Ze is ook geen weduwe maar getrouwd, en ze is bovendien welvarend. Ze wordt 'groot' genoemd. Verder heeft ze geen kinderen, en ze verlangt die kennelijk ook niet. Toch zegt Elisa haar een kind toe. Ongevraagd. Ze noemt hem een leugenaar, want het is technisch langzaam onmogelijk. Haar man is oud en de naam van dit geslacht zal verdwijnen zonder nageslacht. Daar hebben deze mensen zich bij neergelegd, kinderloos te blijven. Ze zijn niet boos, ze beklagen zich niet, het is zoals het leven voor hen verloopt. Hoe anders is dat tegenwoordig, waar we ook de middelen hebben om te doen wat de natuur ons niet geven kan. Of waar we kunstgrepen toepassen en onszelf een rad voor ogen draaien. Omdat voor ons alles maakbaar is. En dus moet het ook gebeuren. Een man zonder vrouw kan bij ons een kinderwens hebben. En daar doen we wat aan. Met draagmoeder en al. Wij aanvaarden niet dat sommige dingen niet tot ons natuur behoren. En zo kunnen we ook een voorbeeld nemen aan deze mensen. Die er vrede mee hebben, en tegen alle logica in toch een zoon ontvangen.

Maar zie: deze jongen krijgt een zonnesteek en sterft. Ze gaat naar Elisa toe en maakt hem ook verwijten, net als die weduwe. Alleen verwijt ze hem dat ze helemaal geen zoon verlangde, en dat het dan bedrog is om die zoon nu weer weg te nemen. Een zoon die je maar kort mag hebben is geen zoon en geeft verdriet dat er anders niet geweest was. Het is wreder een kind te verliezen dan geen kind te krijgen. Elisa geeft zijn knecht Gehazi opdracht zijn staf op het kind te leggen, maar de opwekking van dit kind is kennelijk net zo goed een zaak voor Elisa als zijn verwekking. Hij sluit de kleine kamer die speciaal voor hem is ingericht en bidt tot God. Het heeft nog heel wat voeten in de aarde, maar uiteindelijk niest de jongen zeven keer. Een betekenisvol aantal. Er is contact tussen hemel en aarde, alles is volmaakt, en de jongen wordt weer levend. Tijdelijk natuurlijk, want alles is in dit leven sterfelijk en vergankelijk. Maar de vreugde van zijn moeder is er niet minder om. God is de gever van leven, ook hier weer. Een mooi thema, waar al deze wonderverhalen met Elisa van doortrokken zijn. Zo zullen we het hebben over zijn levendmakende, zijn scheppende, adem. Geest, adem en wind zijn in het Hebreeuws één en hetzelfde woord.

H.I. Ambacht, 06-08-2024 ds. J.W. Schellingerhout

terug